Als ik deze vraag krijg denk ik vaak, is dat eigenlijk wel zo? Met de middelen van nu communiceren we effectiever, sneller, en letterlijk en figuurlijk, over grenzen heen. Omdat we het wat en wanneer daarvan kunnen beïnvloeden, lijkt dat minder gecompliceerd. Middelen kennen geen gevoeligheden. Voor onze samenleving, die in rap tempo diverser wordt, ligt dat anders.
Wat, hoe en waarom mensen communiceren bepaalt of we elkaar begrijpen, bereiken en met elkaar verbinden.
Daarmee komen we drie stappen dichter bij een samenleving waarin iedereen zelfstandig meedoet, meepraat, meebeslist en niet bui tengesloten wordt.
Een simpele optelsom laat zien dat miljoenen Nederlanders verre van ‘standaard’ zijn.
Mensen met geestelijke- en/of lichamelijke beperkingen, schulden, zonder digitale vaardigheden, laaggeletterden én de ruim 2 miljoen mensen die nog nooit een internetpagina hebben bezocht. Het is niet vanzelfsprekend dat zij communicatie met door ons gekozen middelen en taal begrijpen.
Bij de persconferenties over COVID-19 maakten we kennis met ‘onze nationale held Irma’. In veel landen is een gebarentolk op soortgelijke momenten standaard. In Nederland zorgt een wereldwijde pandemie daarvoor.
Wat doen we met inclusieve communicatie?
Als we inclusief communiceren gaan we uit van verschillen, zoeken we naar overeenkomsten en helpen we mensen met wat ze wél kunnen. Is dat ingewikkeld? Het is maar hoe je het bekijkt. Aandacht, luisteren, doorvragen en signaleren. Vaardigheden die mensen het gevoel geven erbij te horen.
Inclusief communiceren is ook - terug naar Irma en collega’s - slim gebruik maken van wat er al is.
Empathie inclusief eenvoud
Ieder mens wil gehoord en begrepen worden.
Toch lijkt de empathie in onze samenleving vaak ver weg. Terwijl mensen juist aangeven behoefte te hebben aan een gesprek, gewoon van mens tot mens.
Komt het omdat we ons meer focussen op de middelen?
Data kennen geen gevoel. Mensen wel.